Warmtepompkompas wordt mede mogelijk gemaakt door: logo Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling logo snn
Robert Jan Van Egmond
Welke strategie volg je als je van aardgasgebruik in woningen af wilt in een kleine 25 jaar? Hoe houd je dat betaalbaar voor de inwoners van je land?

En kunnen die twee wel samengaan? Het blijkt een duivels dilemma. Voor de ‘triple helix’ zouden de gerezen vragen rondom de 2026 normering het startschot moeten zijn om gezamenlijk tot een verbetering te komen.

Triple helix? Zo wordt de driehoek tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden genoemd. Duidelijk is dat als je iets wilt veranderen, deze drie krachten in elkaars verlengde moeten gaan werken. Voordat je als overheid iets kunt verplichten, moeten de wetenschappers dat hebben onderbouwd en de bedrijven er klaar voor zijn om producten en capaciteit beschikbaar te maken.

De 2026-normering voor duurzaam verwarmen werd op 17 mei 2022 door het kabinet aangekondigd. Dat betekent dat bij vervanging van een cv-installatie mensen moeten overstappen op een duurzamer alternatief. In veel gevallen is dit een (hybride) warmtepomp, maar ook een aansluiting op een warmtenet is mogelijk. Het kabinet wil hiermee voor leveranciers, installateurs en woning- en gebouweigenaren duidelijkheid bieden en wijzigt hiervoor het Bouwbesluit.

Slechts 270.000 woningen halen de terugverdientijd van zeven jaar
Bij alleen een aangepast opwekkingsrendement in het Bouwbesluit is het niet gebleven. Er is ook gesteld dat een warmtepomp binnen zeven jaar moet kunnen worden terugverdiend. Volgens een onderzoek van Berenschot in opdracht van Vereniging Eigen Huis blijven er maar erg weinig woningen over die onder de verplichting zullen vallen. Slechts 270.000 woningen halen de terugverdientijd van zeven jaar. En dat zijn vooral woningen die een bovengemiddeld gasverbruik hebben. Toch willen we in 2050 aardgas uit de gebouwde omgeving hebben verbannen. En om dat te bereiken moeten we echt gaan beginnen, anders halen we het nooit.

Mag ik een suggestie doen? Laat de verschillende beleidsinstrumenten elkaar versterken. Door bedrijven zekerheid te bieden over een opdrachtenstroom wordt geïnvesteerd in innovatie en komen er betere en betaalbaardere oplossingen. Een gemeente krijgt met de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) straks een aanwijsbevoegdheid om in wijken vanaf een bepaalde datum de gaskraan dicht te draaien. En er zijn diverse subsidies (zoals ISDE) en goedkope leningen (Warmtefonds). Overziet u het nog?

Van terugverdientijd naar betaalbaarheid
Bij een elektronicawinkel krijg je bij een aankoop vaak meteen een ‘koop op afbetaling’-aanbod. Zo’n aanbod is meestal relatief duur, maar het principe bij warmtepompen kan hetzelfde werken. Stel dat je “met één handtekening” de aankoop kan bevestigen, ISDE-subsidie kunt terugvragen en een Warmtefondslening geregeld hebt. Dat zou voor mensen met een krappe beurs zelfs kunnen betekenen dat zij zich zonder aanbetaling en zonder rente een warmtepomp kunnen veroorloven. En door de lengte van de lening (binnen grenzen) variabel te maken, zal de warmtepomp in veel meer gevallen gunstig uitpakken voor de lopende rekening.

En dan nog die zeven jaar. Zolang de ‘terugverdientijd’ ruim binnen de levensduur van de warmtepomp valt, zou je zeggen dat het doel – een lagere CO2 uitstoot - de middelen heiligt. Belangrijker dan die terugverdientijd is dat de initiële investering en de nieuwe maandlasten laag genoeg zijn om een overstap niet in de weg te staan. Van terugverdientijd naar betaalbaarheid dus. Dat geeft gemeenten het vertrouwen om met de Wgiw de finale ‘ondersteuning’ te bieden. En dan komen we een heel eind!

Bron:www.warmte365.nl